Instellingen

9


Dan staat een aankondig-engel

van de Heer bij hen;
glorie van de Heer omstraalt hen;
ze worden bevreesd, in grote vrees.

10


De aankondig-engel zegt tot hen:

vreest niet!,
want zie, ik kondig u aan: grote vreugde,
die voor heel de gemeenschap wezen zal:

11


voor u is heden geboren een redder;

hij is een Gezalfde, Heer,-
in de stad van David;

12


dit is u ten teken:

ge zult vinden een zuigeling
in doeken gewikkeld
en liggend in een kribbe!

13


Plotseling geschiedt het:

bij de aankondig-engel is de veelheid van een
hemelse strijdschaar;
zij loven God en zeggen:

14


glorie aan God in den hoge,

en op aarde vrede
in mensen van welbehagen!

15


Het geschiedt

zodra de aankondig-engelen
van hen weggaan ten hemel,
dat de herders tot elkaar gezegd hebben:
komt, laten we tot bij Betlehem gaan
en zien het woord dat is geschied
en dat de Heer ons heeft bekendgemaakt!