Instellingen

19


Hij neemt een brood op, dankzegt, breekt het

en geeft het aan hen, zeggend:
dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt;
doet dit tot mijn gedachtenis!

20


Evenzo met de beker nĂ¡ de maaltijd,

zeggend: deze drinkbeker is
het nieuwe verbond door mijn bloed,
dat voor u vergoten wordt;