Maar ze vinden de steen afgewenteld van de gedenkplek,
3
maar als ze er binnenkomen vinden ze het lichaam van de Heer Jezus niet.
4
En het geschiedt, als ze daar niet verder mee kunnen: zie, twee mannen komen bij hen staan in bliksemend gewaad;
5
zíj raken in-bevreesd en neigen hun gezichten ter aarde, maar zij zeggen tot hen: wat zoekt ge de levende bij de doden?- hij is niet hier, nee, hij is opgewekt!-
6
maar gedenkt hoe hij tot u heeft gesproken toen hij nog in Galilea was,
7
toen hij zei van de mensenzoon dat hij moet worden prijsgegeven in handen van zondige mensen, gekruisigd worden en ten derden dage opstaan!
8
Zij worden zijn uitspraken indachtig,
9
keren terug van de gedenkplek en verkondigen dit alles aan de elf en al de overigen.
10
Maar het zijn geweest: Maria Magdalena, Johanna, en Maria van Jakobus. De overige (vrouwen) die met haar waren hebben tot de apostelen hetzelfde gezegd.