Naardense Bijbel > zoeken
Maar hij leidt hen naar buiten tot bij Betaniƫ; hij heft zijn handen op en zegent hen.
En het geschiedt: terwijl hij hen zegent neemt hij afstand van hen,- hij is omhooggedragen naar de hemel.
En zij brengen hem hulde en keren terug naar Jeruzalem, in grote vreugde.
Ze zijn aldoor in het heiligdom geweest, God gezegend.