Instellingen

50


Maar hij leidt hen naar buiten tot bij Betaniƫ;

hij heft zijn handen op en zegent hen.

51


En het geschiedt: terwijl hij hen zegent

neemt hij afstand van hen,-
hij is omhooggedragen naar de hemel.

52


En zij brengen hem hulde en

keren terug naar Jeruzalem, in grote vreugde.

53


Ze zijn aldoor in het heiligdom geweest,

God gezegend.