Maar ten antwoord heeft hij hun gezegd: wie twee hemden heeft moet weggeven aan wie er geen heeft, en wie etenswaren heeft, moet evenzo doen!
12
Maar er komen ook tollenaars om gedoopt te worden; zij zeggen tot hem: leermeester, wat moeten wij doen?
13
Maar hij zegt tot hen: vordert niet meer dan voor u verordend is!
14
Maar ook soldaten stellen hem een vraag en zeggen: en wij, wat moeten wij doen? En hij zegt tot hen: niemand uitschudden, niemands vijgen pikken, genoegen nemen met je soldij!
15
Maar als er een verwachting groeit in de gemeenschap en allen in hun harten overleggen over Johannes of hij niet de Gezalfde is,
16
antwoordt Johannes allen en zegt hij: ik doop u met water, maar op komst is hij die sterker is dan ik,- ik ben nog niet eens geschikt om de riemen van zijn sandalen los te maken; híj zal u dopen met heilige geestesadem en met vuur;