Maar hij staat op, de samenkomst uit en komt het huis van Simon binnen. De schoonmoeder van Simon is in de greep van een groot koortsvuur en ze vragen hem om hulp voor haar.
Hij gaat aan haar hoofdeind staan en bestraft het koortsvuur, en dat laat haar los; onmiddellijk is zij opgestaan en hen gaan bedienen!
40
Maar bij het ondergaan van de zon leiden allen die zieken hebben gehad met velerlei kwalen hen tot hem; hij heeft aan elk van hen de handen opgelegd en geneest hen.
41
Maar uit velen zijn ook demonieën weggegaan, schreeuwend en zeggend ‘jij bent de zoon van God!’. Hij straft ze af en staat ze niet toe uit te spreken dat zij weten dat hij de Gezalfde is.
42
Maar als het dag wordt komt hij naar buiten en trekt weg naar een plek in de woestijn; en de scharen hebben hem opgezocht, komen tot hem en hebben hem vastgehouden,- dat hij niet van hen zou wegtrekken!
43
Maar hij zegt tot hen: ‘ook aan de overige steden moet ik het koningschap van God aankondigen,- omdat ik dáárvoor ben uitgezonden!’,