Instellingen

39


Maar hij zegt ook een zinnebeeld tot hen:

een blinde is toch niet bij machte
een blinde over een weg te leiden?!-
zullen niet beiden in een gat vallen?

40


Een leerling staat niet boven de meester;

maar al wie weltoegerust is
zal zijn zoals zijn leermeester.

41


Maar wat kijk je naar de

flinter in het oog van je broeder,-
maar de balk in het eigen oog merk je niet op?

42


Hoe ben je bij machte tot je broeder te zeggen:

broer, laat mij de flinter die in je oog zit
weghalen,
terwijl je zelf
naar de balk in je eigen oog niet omkijkt!
Oordeeloompje!,
werp eerst de balk uit je eigen oog,
en dán zul je scherp genoeg kijken
om de flinter die in het oog van je broeder zit
uit te werpen!

43


Want er is geen fraaie boom

die rotte vrucht voortbrengt
en geen rotte boom
die gave vrucht voortbrengt!

44


Want iedere boom wordt gekend

aan de eigen vrucht;
want ze lezen geen vijgen van doornen
en van een braamstruik
plukken ze geen druiventros.

45


De mens die goed is

brengt uit de schatkamer vol goed
die het hart is
het goede voort,
en de boze brengt uit het boze
het boze voort,-
want waar het hart vol van is,
daaruit spreekt zijn mond!