Instellingen

1


Nadat hij al zijn uitspraken

ten aanhoren van de gemeenschap
heeft voleindigd,
is het Kafarnaoem waar hij binnenkomt.

2


Maar de dienaar van

een zeker overste over honderd
was er slecht aan toe;
hij zou sterven;
en hij was voor hem kostbaar!

3


Maar als hij hoort over Jezus,

zendt hij tot hem
de oudsten van de Judeeërs
en vraagt hij hem dat hij zal komen
om zijn dienaar te redden.

4


Maar zij zijn bij Jezus aangeland

en hebben met haast hem erbijgeroepen
en gezegd: hij is het wáárd
dat u hem dit gunt;

5


want hij houdt van ons volk,

en de Samenkomst
heeft híj voor ons gebouwd!