Instellingen

4


Maar als een talrijke schare samenstroomt,

omdat er per stad op hem aantrekken,
zegt hij in een zinnebeeld:

5


de zaaier gaat uit om zijn zaad te zaaien;

terwijl hij zaait valt ervan langs de weg:
dat wordt vertrapt,
en de vogels van de hemel eten het op;

6


een ander deel valt op de rotsgrond:

terwijl het opgroeit verdort het,
omdat het geen vocht heeft;

7


een ander deel valt

midden tussen de dorens;
de dorens groeien mee op en verstikken het;

8


een ander deel valt

in de goede aarde, groeit
en draagt honderdvoudige vrucht!
Dat zeggend heeft hij luid geroepen:
wie oren om te horen heeft moet horen!

9


Maar zijn leerlingen hebben hem gevraagd:

wat wil dit zinnebeeld?

10


Maar hij zegt:

aan u is het gegeven
de geheimen van Gods koningschap
te kennen,
aan de overigen in zinnebeelden,
opdat zij
‘ziende niet zien en horende
niet verstaan’ (Jes. 6,9-10);

11


maar dit is het zinnebeeld:

het zaad is het spreken van God;

12


maar die langs de weg

zijn zij die het horen;
vervolgens komt de tweedrachtzaaier
en neemt het gesprokene weg
van hun hart, opdat zij niet
gaan geloven en worden gered;

13


maar die op de rots

zijn zij die wanneer zij het horen
het gesprokene met vreugde ontvangen;
en dezen hebben geen wortel:
die voor een moment geloven
en in een moment van beproeving
afstand nemen;

14


maar wat in de dorens valt,

dezen zijn het die horen
en onder zorgen, rijkdom
en de genietingen des levens doorgaand
gaandeweg worden verstikt
en het niet uitdragen;

15


maar dat van ‘in de edele aarde’,

dezen zijn het
die met een edel en goed hart
het gesprokene horen
en in volharding vrucht dragen;