Naardense Bijbel > zoeken
Amen, amen, ik zeg u: wie niet door de deur binnenkomt in de hof van de schapen,- nee, elders inklimt, híj is een dief, een rover;
maar die door de deur binnenkomt is de herder van de schapen;
voor hem doet de deurwachter open en de schapen horen naar zijn stem; hij roept zijn schapen bij name en leidt ze naar buiten;
wanneer hij de zijne alle heeft uitgedreven trekt hij vóór ze uit; en de schapen volgen hem, omdat ze weten: het is zijn stem;
maar een vreemde volgen ze beslist niet, nee, ze zullen voor hem vluchten omdat ze van de stem van de vreemden niet weten!
In deze beeldspraak zegt Jezus het hun, maar zíj herkennen niet wat het is dat hij tot hen heeft uitgesproken.
Dan zegt Jezus wéér: amen, amen, ik zeg u: ík ben voor de schapen de deur;
allen die vóór mij zijn gekomen zijn dieven en rovers; nee, naar hen hebben de schapen niet gehoord;
ík ben de deur: als iemand door mij binnenkomt zal hij gered worden: hij zal binnenkomen en uittrekken en weide vinden;
de dief komt voor niets anders dan stelen en slachten: om verloren te laten gaan; ík ben gekomen opdat zij leven hebben en overvloed hebben!-