en wie mij aanschouwt aanschouwt hem die mij gestuurd heeft;
46
ik, als licht ben ik tot de wereld gekomen opdat ieder die in mij gelooft niet in de duisternis blijft;
47
ook als iemand mijn uitspraken hoort en niet bewaart veroordeel ík hem niet; want ik ben niet gekomen om de wereld te veroordelen nee, om de wereld te redden;
48
wie mij afwijst en mijn uitspraken niet aanneemt heeft er al één die oordeelt: het woord dat ik heb gesproken, dat zal hem oordelen ten laatsten dage,
49
omdat ík niet vanuit mijzelf heb gesproken, nee, die mij gestuurd heeft, de Vader zelf, heeft mij een gebod gegeven wat ik moet zeggen en wat ik moet spreken,
50
en ik weet dat zijn gebod eeuwig leven is; dus van wat ík uitspreek geldt: zoals de Vader mij gezegd heeft, zó spreek ik uit!