echter, omdat ik deze dingen tot u heb uitgesproken heeft de droefheid uw hart vervuld.
7
Maar ik zeg wat de waarheid is: het is in uw belang dat ik wegga; want als ik niet wegga zal de troosttoeroeper niet tot u komen; maar als ik vooruit ga zal ik hem naar u toe sturen;
8
en wanneer hij komt zal hij de wereld overtuigen van zonde, van gerechtigheid en oordeel.
9
Van zonde: dat ze niet in mij geloven;
10
van gerechtigheid: dat ik heen ga naar de Vader en gij mij niet meer zult aanschouwen;
11
van oordeel: dat de overste van deze wereld veroordeeld is.
12
Nog veel heb ik u te zeggen, maar het is u nu onmogelijk dat te verdragen;
13
maar wanneer hij komt, de geestesadem van de waarachtigheid, zal hij u de weg wijzen naar de volle waarheid; want hij zal niet spreken vanuit zichzelf, nee, hij zal uitspreken wat hij hóórt en wat komen gaat zal hij u verkondigen.
14
Hij zal zo mij verheerlijken, want wat hij van mij zal meenemen is wat hij u zal verkondigen.