Naardense Bijbel > zoeken
Maar bij het kruis van Jezus hebben gestaan: zijn moeder en de zuster van zijn moeder, Maria,- die van Klopas, en Maria Magdalena.
Als dan Jezus zijn moeder aanziet en bij haar staande de leerling die hij (het meest) heeft liefgehad, zegt hij tot zijn moeder: vrouwe, zie: uw zoon!
Vervolgens zegt hij tot de leerling: zie: je moeder!- en vanaf dat uur neemt de leerling haar bij zich op.