Instellingen

13


Nabij is het Pesach der Judeeƫrs geweest

en Jezus klimt op naar Jeruzalem.

14


Wat hij in het heiligdom vindt

zijn de verkopers van runderen,
schapen en duiven,-
en de muntwisselaars die daar
zijn gezeten.

15


Van touwtjes maakt hij een gesel

en hij werpt ze allemaal
het heiligdom uit,-
ook de schapen en de runderen;
de munten van de wisselaars
strooit hij uit
en de tafels trapt hij om.

16


Tot de duivenverkopers zegt hij:

haalt dit alles hier weg!-
maakt van het huis van mijn Vader
geen handelshuis!