Instellingen

1


Maar op de eerste van de sabbatsweek

komt Maria Magdalena
vroeg, als het nog donker is,
aan bij de gedenkplaats
en wordt gewaar* Letterlijk: en kijkt ertegenaan.
dat de steen van de gedenkplaats is gehaald.

2


Ze rent dan weg en

komt aan bij Simon Petrus
en bij de andere leerling,-
die welke Jezus (het meest) heeft liefgehad,
en zegt tot hen: ze hebben
de heer uit de gedenkplaats gehaald
en we weten niet
waar ze hem hebben gelegd!

3


Dan komt Petrus mee naar buiten,

en de andere leerling ook,
en zo zijn ze aangekomen bij de gedenkplaats.

4


Maar de twee zijn tegelijk erheen gerend,

en de andere leerling rent sneller
dan Petrus
en komt als eerste aan bij de gedenkplaats;

5


hij bukt erbij neer

en kijkt aan tegen
de lijkwindsels die er liggen;
hij komt echter niet binnen.

6


Dan komt, volgend op hem,

ook Simon Petrus aan,
en die gaat de gedenkplaats binnen;
hij aanschouwt
de lijkwindsels die er liggen,

7


en ook de zweetdoek

die op zijn hoofd geweest is,-
dat die niet bij de lijkwindsels ligt
nee, apart, opgerold op één plek.

8


Dan dus komt ook de andere leerling binnen,-

die als eerste bij de gedenkplaats is gekomen;
hij ziet en gaat geloven.

9


Want ze hebben nog niet geweten van

het Schriftwoord
dat hij uit de doden moest opstaan.

10


Dan gaan de leerlingen weg,

weer naar hén toe.