Maar op de eerste van de sabbatsweek komt Maria Magdalena vroeg, als het nog donker is, aan bij de gedenkplaats en wordt gewaar* Letterlijk: en kijkt ertegenaan. dat de steen van de gedenkplaats is gehaald.
Ze rent dan weg en komt aan bij Simon Petrus en bij de andere leerling,- die welke Jezus (het meest) heeft liefgehad, en zegt tot hen: ze hebben de heer uit de gedenkplaats gehaald en we weten niet waar ze hem hebben gelegd!
3
Dan komt Petrus mee naar buiten, en de andere leerling ook, en zo zijn ze aangekomen bij de gedenkplaats.
4
Maar de twee zijn tegelijk erheen gerend, en de andere leerling rent sneller dan Petrus en komt als eerste aan bij de gedenkplaats;
5
hij bukt erbij neer en kijkt aan tegen de lijkwindsels die er liggen; hij komt echter niet binnen.
6
Dan komt, volgend op hem, ook Simon Petrus aan, en die gaat de gedenkplaats binnen; hij aanschouwt de lijkwindsels die er liggen,
7
en ook de zweetdoek die op zijn hoofd geweest is,- dat die niet bij de lijkwindsels ligt nee, apart, opgerold op één plek.
8
Dan dus komt ook de andere leerling binnen,- die als eerste bij de gedenkplaats is gekomen; hij ziet en gaat geloven.
9
Want ze hebben nog niet geweten van het Schriftwoord dat hij uit de doden moest opstaan.