Instellingen

19


Als het dan laat is

op die dag, de eerste van de sabbatsweek,
en de deuren gesloten zijn
daar waar de leerlingen zijn geweest
-uit vrees voor de Judeeërs-
komt Jezus binnen en
gaat in het midden staan;
hij zegt tot hen:
vrede voor u!

20


Als hij dat gezegd heeft, toont hij aan hen

én de handen én de zijde.
Vol vreugde zijn dan de leerlingen
bij het zien van de Heer.

21


Dan zegt Jezus weer tot hen:

vrede voor u!-
zoals de Vader mij heeft uitgezonden
zo stuur ook ík u uit!

22


Als hij dat gezegd heeft

blaast hij hun toe
en zegt hij tot hen:
neemt in u op
heilige geestesadem;

23


wier zonden ge vergeeft,

aan die mogen ze vergeven worden;
van wie ge ze vasthoudt,
zijn ze vastgehouden!

24


Maar één van de twaalf, Tomas,

die Tweeling wordt genoemd,
is niet bij hen geweest toen Jezus kwam;

25


dus hebben de andere leerlingen

het hem gezégd:
wij hebben de Heer gezien!
Maar hij zegt tot hen:
als ik niet in zijn handen
het litteken van de spijkers zie
en niet mijn vinger kan leggen
op de plek van de spijkers
en mijn hand mag leggen
op zijn zijde,
zal ik echt niet geloven!

26


Acht dagen later

zijn zijn leerlingen weer daarbinnen geweest
en is ook Tomas bij hen.
Jezus komt binnen;
de deuren zijn gesloten;
hij gaat in het midden staan en zegt:
vrede voor u!

27


Daarop zegt hij tot Tomas:

breng je vinger hierheen,
en zie mijn handen;
breng je hand (hierheen) en
leg hem op mijn zijde;
wees niet ongelovig, nee, gelovig!

28


Tomas antwoordt en zegt tot hem:

mijn Heer en mijn God!

29


Jezus zegt tot hem:

omdat je mij gezien hebt
ben je gaan geloven;
zalig die niet zien, en geloven!

30


Dan doet Jezus ook wel

vele andere tekenen
voor het aanschijn van de leerlingen,
die niet zijn opgeschreven in dit boek;

31


maar déze zijn opgeschreven

opdat gij zult geloven
dat Jezus is: de Gezalfde,
de zoon van God,
en opdat gij, gelovend,
leven hebt in zijn naam!