Instellingen

1


Maar er is een mens geweest,

één uit de Farizeeërs,-
Nikodemus is zijn naam,
een overste van de Judeeërs:

2


deze komt tot hem, in de nacht,

en zegt tot hem: rabbi,
we weten dat u als leermeester
van God gekomen bent;
want niemand is bij machte
deze tekenen te doen
die ú doet
als God niet mét hem is!

3


Jezus antwoordt en zegt tot hem:


amen, amen, zeg ik jou:

als iemand niet van bovenaf
geboren wordt
is hij niet bij machte
het koningschap van God te zien!

4


Nikodemus zegt tot hem:

hoe is een mens bij machte
geboren te worden
als hij al oud-en-wijs is?-
het is niet mogelijk dat hij een tweede keer
de schoot van zijn moeder binnenkomt
en geboren wordt!

5


Jezus antwoordt:


amen, amen, zeg ik jou:

als iemand niet geboren wordt
uit water en Geest,
is hij niet bij machte binnen te komen
in het koninkrijk van God;

6


wat uit het vlees geboren wordt

is-en-blijft vlees
en wat uit de Geest geboren wordt
is-en-blijft Geest;

7


verwonder je er niet over dat

ik je heb gezegd:
gij moet van bovenaf
geboren worden!-

8


de wind waait* De Griekse woorden voor wind en waaien zijn dezelfde als die voor Geest (geestesadem) en ademen. waarheen hij wil;

je hoort zijn stem
maar je weet niet
vanwaar hij komt en waarheen hij gaat:
zo is het met al wie is geboren
uit het waaien-van-de-Geest!

9


Nikodemus antwoordt en zegt tot hem:

hoe is het mogelijk
dat deze dingen geschieden?

10


Jezus antwoordt en zegt tot hem:

jíj bent Israëls leermeester
en hebt van deze dingen geen kennis?-

11

amen, amen, zeg ik jou:
wat we weten spreken we uit
en wat we hebben gezien
betuigen we,
maar ons getuigenis neemt ge niet aan;

12


als ik u de aardse zaken zeg

gelooft ge me al niet,
hoe zult ge me geloven
als ik u de hemelse zaken zeg?

13


En niemand is opgeklommen ten hemel

dan hij die uit de hemel is neergedaald:
de mensenzoon.