deze komt tot hem, in de nacht, en zegt tot hem: rabbi, we weten dat u als leermeester van God gekomen bent; want niemand is bij machte deze tekenen te doen die ú doet als God niet mét hem is!
3
Jezus antwoordt en zegt tot hem: amen, amen, zeg ik jou: als iemand niet van bovenaf geboren wordt is hij niet bij machte het koningschap van God te zien!
4
Nikodemus zegt tot hem: hoe is een mens bij machte geboren te worden als hij al oud-en-wijs is?- het is niet mogelijk dat hij een tweede keer de schoot van zijn moeder binnenkomt en geboren wordt!
5
Jezus antwoordt: amen, amen, zeg ik jou: als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, is hij niet bij machte binnen te komen in het koninkrijk van God;
6
wat uit het vlees geboren wordt is-en-blijft vlees en wat uit de Geest geboren wordt is-en-blijft Geest;
7
verwonder je er niet over dat ik je heb gezegd: gij moet van bovenaf geboren worden!-
8
de wind waait* De Griekse woorden voor wind en waaien zijn dezelfde als die voor Geest (geestesadem) en ademen. waarheen hij wil; je hoort zijn stem maar je weet niet vanwaar hij komt en waarheen hij gaat: zo is het met al wie is geboren uit het waaien-van-de-Geest!
9
Nikodemus antwoordt en zegt tot hem: hoe is het mogelijk dat deze dingen geschieden?
10
Jezus antwoordt en zegt tot hem: jíj bent Israëls leermeester en hebt van deze dingen geen kennis?-
11
amen, amen, zeg ik jou: wat we weten spreken we uit en wat we hebben gezien betuigen we, maar ons getuigenis neemt ge niet aan;
12
als ik u de aardse zaken zeg gelooft ge me al niet, hoe zult ge me geloven als ik u de hemelse zaken zeg?
13
En niemand is opgeklommen ten hemel dan hij die uit de hemel is neergedaald: de mensenzoon.