Ook Johannes is er geweest, dopend: in Enon, dicht bij Salim, omdat daar vele wateren zijn geweest en wie er aantraden zijn er gedoopt.
24
Want Johannes was nog niet in de bewaking geworpen.
25
Dan geschiedt er een meningsverschil vanuit de leerlingen van Johannes met een Judeeër over reiniging.
26
Ze komen aan bij Johannes en zeggen tot hem: rabbi, die met u was aan de overkant van de Jordaan,- over wie u toen getuigd hebt,- zie, hij doopt nu en allen komen tot hem!
27
Johannes antwoordt en zegt: een mens is niet bij machte iets aan te nemen als het hem niet gegeven is vanuit de hemel;
28
zelf zijt gíj mijn getuigen dat ik heb gezegd ‘ík ben de Gezalfde niet!’,- nee ‘een afgezant ben ik voor hém uit’;
29
wie de bruid heeft, die is de bruidegom; maar de vriend van de bruidegom die naast hem staat en naar hem hoort,- verheugt zich vol vreugde over de stem van de bruidegom; welnu, deze vreugde is ten volle de mijne geworden: