Dan antwoordt Jezus en heeft tot hen gezegd: amen, amen, zeg ik u: de zoon is niet bij machte uit zichzelf iets te maken of hij moet toegekeken hebben hoe de vader iets maakt, want de dingen die híj maakt die maakt ook de zoon evenzo;
want de vader die de zoon liefheeft toont hem alle dingen die hij zelf maakt en zal hem grotere werkstukken dan deze tonen; gíj zult u nog verwonderen!-
21
want zoals de Vader de doden opwekt en levend maakt, zo maakt ook de zoon levend wie hij wil;
22
want de Vader oordeelt niemand, nee, al het oordeel heeft hij aan de zoon gegeven,
23
zodat allen de zoon zullen eren zoals ze de Vader eren; -wie de zoon niet eert, eert niet de vader die hem heeft gestuurd!-
24
amen, amen, ik zeg u dat wie mijn spreken hoort en gelooft in wie mij uitstuurt, eeuwigheidsleven heeft en in een oordeel niet komt; nee, hij is overgegaan uit de dood naar het leven;
25
amen, amen, ik zeg u dat er een uur komt en nu is dat de doden de stem van Gods zoon zullen horen, en die horen zullen leven;
26
want zoals de Vader leven bij zich heeft, zo heeft hij het ook de zoon gegeven leven bij zich te hebben,
27
en heeft hij hem volmacht gegeven om een beoordeling te doen omdat hij mensenzoon is (Dan. 7,10-14)!-
28
verwondert u niet hierover dat er een ure komt waarin allen in de graven zijn stem zullen horen
29
en eruit zullen trekken,- zij die de goede dingen hebben gedaan voor een opstanding ten leven, die de slechte hebben bedreven voor een opstanding ten oordeel;