Instellingen

26


Jezus antwoordt hun en zegt:


amen, amen, ik zeg u: ge zoekt mij,

niet omdat ge tekenen hebt gezien
nee, omdat ge hebt gegeten van de broden
en op die weide zijt verzadigd;

27


werkt niet voor het voedsel

dat verloren gaat
nee, voor het voedsel dat blijft
tot in eeuwig leven,
en dat de mensenzoon u zal geven;
want hem heeft de Vader, God zelf, bezegeld.

28


Dan zeggen ze tot hem:

wat moeten we doen
om werkzaam te zijn
in de werken van God?

29


Jezus antwoordt en zegt tot hen:

dit is het werk van God:
dat ge vertrouwt op hem
die hij heeft uitgezonden!

30


Dan zeggen ze tot hem:

u?- welk teken doet u dan
en kunnen we zien
om te vertrouwen op u?-
wat is het werk dat u verricht?-

31


onze vaderen hebben

het manna gegeten in de woestijn
gelijk geschreven is:
‘brood uit de hemel gaf hij hun te eten’ (Ps. 78,24).

32


Dan zegt Jezus tot hen:


amen, amen, ik zeg u:

niet Mozes
heeft u het brood uit de hemel gegeven
nee, mijn Vader geeft het u,-
het waarachtige brood uit de hemel!-

33


want het brood van God

is hij die neerdaalt uit de hemel
en aan de wereld leven geeft.

34


Dan zeggen ze tot hem:

heer, geef ons altijd dat brood!

35


Jezus zegt tot hen:

ík ben het brood des levens;
wie tot mij komt
zal geenszins hongeren;
wie in mij gelooft
zal nooit of te nimmer dorsten (cf. Sirach 24,21)!-