Instellingen

59


Deze dingen zegt hij

in zijn onderricht in een samenkomst
in Kafarnaoem.

60


Dan zeggen, als ze het horen,

velen van zijn leerlingen:
hard is dit spreken;
wie is bij machte dit te horen?

61


Maar omdat Jezus uit zichzelf al weet

dat zijn leerlingen hierover morren,
zegt hij tot hen:
laat dit jullie struikelen?-

62


wat dan als ge zult aanschouwen

hoe de mensenzoon opklimt
naar waar hij eerder was?-

63


de Geest is het die levend maakt,

het vlees brengt geenszins baat;
de dingen die ik tot u heb uitgesproken,
die zijn Geest
en zijn leven;

64


nee, er zijn onder u enkelen

die niet geloven!
Want Jezus heeft van begin af geweten
wie het zijn die niet geloven
en wie het is die hem zal prijsgeven.

65


En hij heeft gezegd:

daarom heb ik u gezegd
dat niemand bij machte is te komen tot mij,
als het hem niet wordt gegeven
vanuit de Vader!

66


Daardoor

deinzen velen van zijn leerlingen achteruit;
zij hebben niet meer
met hem omgewandeld.

67


Dan zegt Jezus tot de twaalf:

wilt ook gij dat niet: heen gaan?

68


Simon Petrus antwoordt hem:

heer, naar wíe zouden we weggaan?-
u hebt woorden van eeuwig leven,

69


en wíj zijn gaan geloven en erkennen

dat ú bent de heilige van God!

70


Jezus antwoordt hun:

u, de twaalf,
heb ík u niet uitgekozen?-
en één uit u is een uiteenwerper!

71


Maar hij heeft dat gezegd van

Judas van Simon Isjkariot;
want die zou hem prijsgeven,
één uit de twaalf.