Instellingen

14


Maar als het feest al op de helft is

klimt Jezus op naar het heiligdom
en is daar gaan onderrichten,-

15


tot verwondering dan van de Judeeërs,

die hebben gezegd:
hoe heeft hij weet van de Schriften
zonder te hebben geleerd?

16


Dan antwoordt Jezus hun en zegt:

mijn onderricht is niet van mijzelf
nee, van hem die mij gestuurd heeft;

17


als iemand de wil heeft om

zijn wil te doen,
zal hij van dit onderricht wel onderkennen
of het uit God is
of dat ik van mijzelf uit spreek;

18


wie van zichzelf uit spreekt,

zoekt de eigen glorie,
maar wie de glorie zoekt
van wie hem heeft gestuurd,
die is waarachtig;
ongerechtigheid is er in hem niet!-

19


heeft Mozes u niet de Wet gegeven?-

en niemand van u dóet de Wet!-
waarom zoekt ge mij te doden?

20


De schare antwoordt:

u hebt een demonie!-
wie zoekt u te doden?

21


Jezus antwoordt en zegt tot hen:

één werk heb ik gedaan
en u bent allemaal verwonderd!

22


Daarom:

Mozes heeft u de besnijdenis gegeven,
-niet dat die uit Mozes is,
nee: uit de vaderen-
en ook op sabbat besnijdt ge een mens;

23


een mens neemt op sabbat

een besnijdenis aan
opdat de Wet van Mozes
niet wordt losgelaten,
en ge spuwt uw gal tegen míj
omdat ik op sabbat
héél een mens gezond gemaakt heb?-

24


oordeelt niet op het eerste gezicht

nee, oordeelt met een oordeel
dat rechtvaardig is!