tot verwondering dan van de Judeeërs, die hebben gezegd: hoe heeft hij weet van de Schriften zonder te hebben geleerd?
16
Dan antwoordt Jezus hun en zegt: mijn onderricht is niet van mijzelf nee, van hem die mij gestuurd heeft;
17
als iemand de wil heeft om zijn wil te doen, zal hij van dit onderricht wel onderkennen of het uit God is of dat ik van mijzelf uit spreek;
18
wie van zichzelf uit spreekt, zoekt de eigen glorie, maar wie de glorie zoekt van wie hem heeft gestuurd, die is waarachtig; ongerechtigheid is er in hem niet!-
19
heeft Mozes u niet de Wet gegeven?- en niemand van u dóet de Wet!- waarom zoekt ge mij te doden?
20
De schare antwoordt: u hebt een demonie!- wie zoekt u te doden?
21
Jezus antwoordt en zegt tot hen: één werk heb ik gedaan en u bent allemaal verwonderd!
22
Daarom: Mozes heeft u de besnijdenis gegeven, -niet dat die uit Mozes is, nee: uit de vaderen- en ook op sabbat besnijdt ge een mens;
23
een mens neemt op sabbat een besnijdenis aan opdat de Wet van Mozes niet wordt losgelaten, en ge spuwt uw gal tegen míj omdat ik op sabbat héél een mens gezond gemaakt heb?-
24
oordeelt niet op het eerste gezicht nee, oordeelt met een oordeel dat rechtvaardig is!