’s Morgens vroeg bereikt hij weer het heiligdom,- waar heel de gemeenschap tot hem is gekomen en hij, neergezeten, hen heeft onderricht.
3
Maar de schriftgeleerden en de Farizeeërs brengen een vrouw mee, op overspel betrapt; ze stellen haar op in het midden
4
en zeggen tot hem: u geeft onderricht, welnu, deze vrouw is op heterdaad betrapt op overspel;
5
in de Wet heeft Mozes ons geboden zulke (vrouwen) te stenigen; ú dan, wat zegt u?
6
Maar dit hebben ze gezegd om hem te beproeven, zodat ze iets zouden hebben om hem aan te klagen. Maar Jezus heeft zich naar beneden gebukt en is met zijn vinger gaan ‘schrijven in de aarde’ (Jer. 17,13).
7
Maar als ze hem vragen blijven stellen richt hij zich op en zegt hij tot hen: wie van u zonder zonde is werpe als eerste een steen naar haar!
8
Weer heeft hij zich gebukt en is gaan ‘schrijven in de aarde’.
9
Maar op het horen hiervan zijn ze één voor één weggegaan, te beginnen bij de oudsten; helemaal alleen wordt hij achtergelaten, met de vrouw die het middelpunt was.
10
Maar Jezus richt zich op en zegt tot haar: vrouw, waar zijn ze?- heeft niemand je veroordeeld?
11
Maar zij zegt: niemand, heer! Maar Jezus zegt: ook ik veroordeel je niet; ga heen, en zondig van nu af niet meer!