Zijn leerlingen stellen hem de vraag en zeggen: rabbi, wie heeft er gezondigd, hijzelf of die hem geboren lieten worden,- dat hij blind geboren is?
3
Jezus antwoordt: niet dat hijzelf gezondigd heeft en ook niet wie hem geboren lieten worden,- maar opdat de werken van God in hem openbaar worden!-
4
wij móeten werkzaam zijn, in de werken van hem die mij uitstuurt, zolang het dag is: er komt een nacht waarin niemand bij machte is te werken!-
5
wanneer ik in de wereld ben, ben ik licht voor de wereld!
6
Dat gezegd hebbend, spuwt hij op de grond, maakt hij slijk met het speeksel en legt hij zijn slijk hem op de ogen;
7
hij zegt tot hem: ga heen, was je in het bronnenbad Siloam!- dat vertaald wordt met ‘gezondene’. Dan gaat hij weg, wast zich schoon en komt -kijkend- aan!