Instellingen

19


sindsdien ben ik, koning Agrippa,

dit hemelse gezicht
niet ongehoorzaam geworden,

20


nee, ik heb eerst aan hen

in Damascus en Jeruzalem,
aan de Judeeërs in heel de landstreek
en aan de volkeren verkondigd
zich te bekeren, zich te wenden tot God,
en te handelen met werken
de bekering waardig;

21


vanwege deze dingen

hebben Judeeërs mij in het heiligdom
vastgenomen
en getracht mij om te brengen;

22


maar tot op deze dag heb ik

hulp van God gekregen
en sta ik getuigend voor klein en groot
en zeg niets buiten wat
én de profeten hebben gesproken
dat zou geschieden
én Mozes:

23


hoe de Gezalfde zou lijden,

hoe een eerste
uit een opstanding van doden
licht zou gaan aankondigen
én aan de gemeenschap
én aan de volkeren!

24


Maar als hij met deze dingen

zich verdedigt,
verklaart Festus met grote stem:
je raaskalt, Paulus!-
de vele geschriften
brengen je tot razernij!