Zij hebben de waarheid van God veranderd in de leugen, en eerbiedigen en vereren het schepsel boven de Schepper, die te zegenen is tot in de eeuwigheden. Amen!
26
Daarom heeft God hen prijsgegeven aan hartstochten vol on-eer; want én die van het vrouwelijke geslacht bij hen hebben de natuurlijke omgang veranderd in één tegen de natuur,
27
én evenzo hebben ook die van het mannelijke geslacht de natuurlijke omgang met het vrouwelijke losgelaten en zijn in hun begeerte naar elkaar ontbrand door als mannelijken het onfatsoen met mannelijken te bedrijven en het welverdiende loon voor hun dwaling in zichzelf op te nemen.
28
En nu zij het niet naar waarde hebben geschat God in erkentenis te houden, heeft God hen prijsgegeven aan een nietswaardig denken, om dingen te doen die niet passen,-
29
vervuld als ze zijn van ongerechtigheid, boosaardigheid, hebzucht, kwaadstichten, vol van afgunst, moordzucht, twist, list en kwaadaardigheid; roddelaars zijn ze,
30
lasteraars, godhaters, overmoedigen, hovaardigen, grootsprekers, uitvinders van kwade zaken; aan ouders ongehoorzaam,
Hoewel zij de rechtsordening van God kennen, dat zij die zulke dingen begaan de dood waard zijn, doen zij ze niet alleen, maar hebben ook mede welbehagen in wie ze begaan.