Ik roep u dan op, broeders-en-zusters, vanwege de barmhartigheden van God, om uw lichamen in te zetten als een levende, heilige, aan God welbehaaglijke offerande uw eredienst in de zin van het woord.
Wordt niet gelijkvormig aan deze eeuw, maar wordt hervormd in vernieuwing van het denken, zodat gij kunt toetsen wat de wil van God is, het goede en welbehaaglijke en volmaakte.
3
Want door de genade die aan mij gegeven is zeg ik tot ieder bij u: denkt niet hoger dan men moet denken, maar denkt tot bedachtzaamheid, zoals God ieder een mate van geloof heeft toebedeeld.
4
Want zoals wij in één lichaam vele leden hebben, maar alle leden niet hetzelfde te doen hebben,
5
zó zijn wij die velen zijn één lichaam in Christus, maar iederéén leden van elkaar,