Want het ’niet vreemdgaan zul je, niet moorden, niet stelen, niet begeren’ (Deut. 5,17-21) en welk ander gebod ook, wordt in dit woord onder één hoofd gebracht: ‘liefhebben zul je je naaste zoals jezelf’ (Lev. 19,18).
10
De liefde bewerkt voor de naaste geen kwaad; vervulling van Wet is dan de liefde!
11
En dit nu ge weet van het tijdsgewricht: het uur is er thans om uit uw slaap te ontwaken; want nú is het heil ons dichterbij dan toen we tot geloof kwamen.
12
De nacht loopt ten einde, de dag is genaderd!- ontdoen wij ons dan van de werken van het duister en kleden wij ons met de wapenrusting van het licht!-
13
wandelen wij in goede vorm, als op de dag!- niet in zwelgpartijen en drinkgelagen, niet in beslapingen en teugelloosheden, niet in twist en naijver.
14
Nee, kleedt u met de Heer, Jezus Christus, en laat de zorg voor het vlees niet betekenen dat u begeerten kóestert!