Instellingen

11


geen is er die begrijpt,

geen is er die God zoekt!-

12


allen zijn zij afgeweken,

eendrachtig bedorven,
géén is er die iets zinnigs doet,
géén is er, tot niet één’ (Ps. 14,1-3)!

13


‘Een geopend graf is hun keel,

met hun tongen plegen zij bedrog’ (Ps. 5,10),
‘gif van adders schuilt achter hun lippen’

(Ps. 140,4),

14


‘wier mond van vervloeking

en bitterheid uitpuilt’ (Ps. 10,7).

15


‘Snel zijn hun voeten

om bloed te vergieten,

16


verwoesting en jammer

zijn op hun wegen,

17


en een weg tot vrede kennen zij niet’


(Jes. 59,7-8).

18


‘Vreze voor God

staat hun niet voor ogen’ (Ps. 36,2)!

19


Wij weten dat al wat de Wet zegt

spreekt tot wie in de Wet…,
zodat alle mond wordt gestopt
en heel de wereld strafwaardig blijkt
voor God.

20


Daarom zal uit de werken van een wet

alle vlees voor zijn aanschijn
niet worden gerechtvaardigd;
want door een wet
is er kennis van zonde.

21


Maar nu is buiten een wet om

rechtvaardiging door God
geopenbaard, betuigd door
de Wet en de profeten,

22


rechtvaardiging van Godswege

door het geloof van Christus,
voor allen die geloven.
Want er is geen onderscheid:

23


want allen hebben gezondigd

en zijn verstoken
van de glorie van God,

24


en worden gerechtvaardigd

om niet, uit zijn genade,
door de verlossing in Christus Jezus.