omdat wie hij tevoren heeft willen kennen hij ook tevoren heeft bestemd tot mede-gestalten van het beeld van zijn zoon, opdat deze zal zijn eerstgeborene onder vele broeders-en-zusters.
30
Wie hij heeft voor-bestemd die heeft hij ook geroepen, en wie hij heeft geroepen die heeft hij ook gerechtvaardigd, en wie hij heeft gerechtvaardigd die heeft hij ook verheerlijkt.
31
Wat zullen wij dan zeggen bij dit alles? Als God vóór ons is, wie is tegen ons?
32
Die zijn eigen zoon niet heeft gespaard, maar hem ter wille van ons allen heeft prijsgegeven, hoe zal hij niet ook mét hem ons alle dingen schenken?
33
Wie zal iets inbrengen tegen uitgelezenen van God? God die rechtvaardigt?
34
Wie is het die veroordeelt? Christus Jezus, die gestorven is, wat meer is: opgewekt,- die is ter rechterhand van God, die ook voor ons pleit?
35
Wie zal ons scheiden van de liefde van de Gezalfde?- verdrukking of nood of vervolging of honger of naaktheid of gevaar of een zwaard?
36
Het is zoals geschreven staat: ‘wegens u worden wij heel de dag gedood, wij worden beschouwd als schapen voor de slacht’ (Ps. 44,23),
37
maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door hem die ons zijn liefde heeft betoond.
38
Ja, ik ben er zeker van dat noch dood noch leven noch engelen noch overheden noch bestaande toestanden noch toekomstige noch machten
39
noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel bij machte zal zijn ons te scheiden van de liefde van God die is in Christus Jezus, onze Heer.