Instellingen

1


Bewaak de maand van de Aviv,-


de korenaar:

klaarmaken zul je dan een pesach
voor de Ene, je God;
want:
in de maand van de Aviv
heeft de Ene, je God, je uitgeleid uit Egypte,
   ’s nachts.

2


Offeren zul je
   als pesach voor de Ene, je God
   wolvee en ploegdieren,-

in het oord dat de Ene zal uitkiezen
om dáár zijn naam te laten wonen.

3


Je zult daarbij niets eten dat gegist is,

zeven dagen zul je er matses,-
   ongegiste broden bij eten,
   brood van verdrukking,

want overhaast
ben je uitgetrokken uit het land van Egypte,-
opdat je zult gedenken
de dag van je uittocht
   uit het land van Egypte,

al de dagen van je leven.

4


Er worde bij jou in heel je gebied
   geen zuurdesem gezien,
   zeven dagen lang,

en er zal niets tot ’s morgens overnachten
   van het vlees

dat je offert op de vooravond
   van de eerste dag.

5


Het zal je niet mogelijk zijn
   het pesach te offeren

binnen een van je poorten
welke de Ene je geeft.

6


Nee, alleen in het oord

dat de Ene, je God, zal kiezen
   om zijn naam te doen wonen,

dáár mag je het pesach offeren,
   in de avond,-

als de zon thuiskomt,
overeenkomstig
   het tijdstip van je uittocht uit Egypte.

7


Koken zul je het en opeten

in het oord
dat de Ene, je God, zal uitkiezen;
wenden zul je je in de morgen
en wandelen naar je tenten.

8


Zes dagen zul je matses eten;

op de zevende dag is het
hoogtij voor de Ene, je God!-
dan zul je geen werk doen!
••

9

Sjiva sjavoeot,- zeven zevendagen
   zul je je tellen;
aan het begin van de sikkel
   in het staande koren

begin je met het tellen van

sjiva sjavoeot,- zeven zevendagen.

10


Vieren zul je dan het feest Sjavoeot,-
   het Zevenwekenfeest,
   voor de Ene, je God,

naar de maat van wat je hand
   vrijwillig geeft,-

zoals de Ene, je God, je zal zegenen.

11


Verheug je dan

voor het aanschijn van de Ene, je God,
jij, je zoon en je dochter,-
je dienstknecht en je dienstmaagd,
de Leviet binnen je poorten,
en de zwerver-te-gast, de wees en de weduwe
   in je kring,-

in het oord
dat de Ene, je God, zal uitkiezen
om dáár zijn naam te doen wonen.

12


Gedenken zul je

dat je dienstknecht bent geweest in Egypte;
bewaken en dóen zul je
deze inzettingen!

13

Chag Hasoekot,- het Loofhuttenfeest
   vier je zeven dagen lang,-
wanneer je inzamelt
van je dorsvloer en je perskuip.

14


Verheug je dan tijdens je feest,

jij, je zoon, je dochter, je dienstknecht,
   je dienstmaagd,

de Leviet,
en de zwerver-te-gast, de wees en de weduwe
   binnen je poorten.

15


Zeven dagen

zul je feestvieren voor de Ene, je God,
in het oord dat de Ene zal uitkiezen;
want hij zal je zegenen,
de Ene, je God,
in al je opbrengsten en in alle doen
   van je handen,-

wees jij dan echt vol vreugde!

16


Drie malen in het jaar

zal al wat mannelijk is bij jou zich laten zien
bij het aanschijn van de Ene, je God,
in het oord dat hij zal uitkiezen,-
tijdens het feest van de matses,
   het Zevenwekenfeest
   en het Loofhuttenfeest;

men zal zich niet laten zien
   bij het aanschijn van de Ene
   zónder iets:

17


per man naar wat hem
   in handen is gegeven,-

naar de zegen van de Ene, je God,
   die hij jou heeft gegeven.

••