Breng deze dingen in gedachtenis, en betuig voor het aanschijn van God dat men geen woordenstrijd moet voeren; die is nergens goed voor, is alleen maar een ramp voor de toehoorders.
Zet je in om jezelf welbeproefd ter beschikking te stellen aan God, als een arbeider die zich niet hoeft te schamen, die het woord der waarheid recht snijdt.
16
Maar vermijd de platgetreden holle klanken; want die zullen meer en meer goddeloosheid bevorderen,
17
en hun woord zal voortwoekeren als kanker. Van hen is Hymeneüs er een, en Filetus ook,
18
die van de waarheid afgedwaald zijn en zeggen dat er al een opstanding is geweest, en zo het geloof van sommigen omkeren.
19
Maar het hechte fundament van God is blijven staan, met dit zegel erop: ‘de Heer kent al de zijnen’, en: ‘sta af van ongerechtigheid, al wie noemt de naam van de Heer’.
20
Maar in een groot huishouden zijn niet alleen voorwerpen van goud en zilver, maar ook van hout en aardewerk, en deels voor een eervolle, deels voor een oneervolle bestemming;
21
als dan iemand zichzelf heeft gereinigd van deze zaken zal hij een voorwerp zijn met eervolle bestemming,- geheiligd, bruikbaar voor de meester, op elk goed werk voorbereid.