Instellingen

14


Breng deze dingen in gedachtenis,

en betuig voor het aanschijn van God
dat men geen woordenstrijd moet voeren;
die is nergens goed voor,
is alleen maar een ramp voor
de toehoorders.

15


Zet je in om jezelf welbeproefd

ter beschikking te stellen aan God,
als een arbeider die zich
niet hoeft te schamen,
die het woord der waarheid
recht snijdt.

16


Maar vermijd de platgetreden

holle klanken;
want die zullen meer en meer
goddeloosheid bevorderen,

17


en hun woord zal voortwoekeren

als kanker.
Van hen is Hymeneüs er een,
en Filetus ook,

18


die van de waarheid afgedwaald zijn

en zeggen dat er al een
opstanding is geweest,
en zo het geloof van sommigen
omkeren.

19


Maar het hechte fundament van God

is blijven staan,
met dit zegel erop:
‘de Heer kent al de zijnen’,
en: ‘sta af van ongerechtigheid,
al wie noemt de naam van de Heer’.

20


Maar in een groot huishouden

zijn niet alleen voorwerpen
van goud en zilver,
maar ook van hout en aardewerk,
en deels voor een eervolle,
deels voor een oneervolle bestemming;

21


als dan iemand zichzelf heeft gereinigd

van deze zaken
zal hij een voorwerp zijn
met eervolle bestemming,-
geheiligd, bruikbaar voor de meester,
op elk goed werk voorbereid.