Instellingen

1


Ik betuig

voor het aanschijn van God
en van Christus Jezus,
die weldra levenden en doden
zal oordelen,
en bij zijn verschijning
en zijn koninkrijk:

2


predik het woord, dring aan,

op de goede tijd en ontijdig,
weerleg, bestraf, bemoedig,-
met alle lankmoedigheid,
ook in lering.

3


Want er zal een tijd zijn

dat ze de gezonde leer
niet zullen verdragen,
maar omdat ze jeuk krijgen
aan het gehoor zich
naar hun eigen verlangens
leraren zullen opstapelen,

4


en van de waarheid

het gehoor wel zullen afkeren
maar zich zullen keren
naar de fabels.

5


Maar jij, blijf nuchter in alles,

lijd onder kwaad,
doe het werk van een
evangelieverkondiger,
volvoer je dienaarschap.

6


Want ik word reeds geplengofferd,

en het tijdstip van mijn verscheiden
is aanstaande.

7


Ik heb de goede strijd gestreden,

de wedloop volbracht,
het geloof behouden.

8


Voor het overige ligt voor mij klaar

de krans der gerechtigheid,
welke mij de Heer op die dag
zal geven,
de rechtvaardige Rechter,-
niet alleen voor mij, maar ook
voor allen die zijn verschijning
hebben liefgehad.