Instellingen

11


En elke hogepriester staat wel dagelijks

in de eredienst
en offert dezelfde offerdieren vele keren
hoewel ze nooit zonden kunnen wegnemen;

12


maar deze offerde eenmaal

voor zonden een offerdier,
en is voor altijd
‘gezeten ter rechterhand van God’;

13


voor het overige is hij in afwachting

totdat zijn ‘vijanden zijn neergezet
als een bankje onder zijn voeten’ (Ps. 110,1).

14


Ja, in één offer heeft hij

voor altijd tot voleinding gebracht
die hij geheiligd heeft.

15


Dat betuigt ons ook de heilige Geest;

want nadat hij heeft gezegd:

16


‘dit is het verbond

waarin ik mij verbinden zal met hen,
na die dagen’, zegt de Heer:
‘ik zal mijn wetten geven op hun harten
en die ook schrijven op hun denken,

17


en hun zonden en hun wetteloosheden

zal ik niet meer gedenken’ (Jer. 31,33).

18


Maar waar vergeving is van die dingen,

daar is voor zonden geen offer meer nodig.