Instellingen

6


maar Christus is het als zoon over zijn huis;

zijn huis: dat zijn wij,
zolang wij maar de vrijmoedigheid
vasthouden
en de fierheid van de hoop.

7


Daarom, zoals de Geest zegt, de heilige:

‘heden, zo gij zijn stem hoort,

8


verhardt uw harten niet

zoals in de verbittering,
ten dage van de beproeving in de woestijn,

9


waar uw vaderen mij hebben beproefd

tot tartens toe,
en mijn werken zagen,

10


veertig jaren lang; daarom werd ik

vergramd op die generatie
en zei: altijd dwalen zij met hun hart,
zij hebben mijn wegen niet willen kennen,

11


zodat ik in mijn toorn heb gezworen:

als zij ooit zullen binnenkomen
in mijn rust!’ (Ps. 95,7-11).

12


Ziet toe, broeders, dat nooit in iemand van u

een boos hart zal zijn
van ongeloof
waarin men afvalt van de levende God,

13


maar doet dag aan dag beroep op elkaar

zolang ‘heden’ wordt geroepen,
opdat niemand uit u zich verhardt
in de afdwaling van de zonde,

14


want wij zijn de Gezalfde

deelachtig geworden
-mits wij het beginsel van de standvastigheid
ten einde toe zonder aarzeling aanhouden-