Instellingen

11


Maar Christus is gekomen,

als hogepriester van
de komende goede dingen,
en is door de grotere en
volmaaktere tent heen, die
niet met handen is gemaakt,
dat is: niet van deze schepping,

12


en niet door het bloed van

bokken en kalveren, maar
door zijn eigen bloed
eens-en-voorgoed binnengegaan
in het Heilige, en heeft daar
eeuwige verlossing gevonden.

13


Want als het bloed van bokken en stieren,

en de as van een vaars waarmee
de ontwijden worden besprenkeld,
hen heiligt en leidt tot
de reinheid van het vlees,

14


hoeveel te meer zal dan

het bloed van de Gezalfde,
die door een eeuwige Geest
zichzelf als onberispelijk aan God
heeft geofferd,
ons geweten reinigen
van dode werken en leiden
naar het vereren van een levende God.

15


En daarom is hij

de middelaar van een nieuw verbond:
er is een dood geschied
tot verlossing van de overtredingen
bij het eerste verbond,
en nu kunnen de geroepenen
het aangekondigde aannemen
van het eeuwige erfdeel.