Maar Christus is gekomen, als hogepriester van de komende goede dingen, en is door de grotere en volmaaktere tent heen, die niet met handen is gemaakt, dat is: niet van deze schepping,
en niet door het bloed van bokken en kalveren, maar door zijn eigen bloed eens-en-voorgoed binnengegaan in het Heilige, en heeft daar eeuwige verlossing gevonden.
13
Want als het bloed van bokken en stieren, en de as van een vaars waarmee de ontwijden worden besprenkeld, hen heiligt en leidt tot de reinheid van het vlees,
14
hoeveel te meer zal dan het bloed van de Gezalfde, die door een eeuwige Geest zichzelf als onberispelijk aan God heeft geofferd, ons geweten reinigen van dode werken en leiden naar het vereren van een levende God.
15
En daarom is hij de middelaar van een nieuw verbond: er is een dood geschied tot verlossing van de overtredingen bij het eerste verbond, en nu kunnen de geroepenen het aangekondigde aannemen van het eeuwige erfdeel.