wij weten dat we zijn overgegaan uit de dood in het leven,- omdat we de broeders-en-zusters liefhebben; wie die niet liefheeft, blijft in de dood;
15
ieder die zijn broeder-of-zuster háát is een mensenmoorder, en ge weet dat elke mensenmoorder geen eeuwig leven heeft dat in hem blijft.
16
Hieraan hebben wij de liefde leren kennen, dat hij voor ons lijf-en-ziel heeft ingezet; ook wíj moeten voor onze broeders-en-zusters lijf-en-ziel inzetten;
17
wie in de wereld z’n bezit heeft en toekijkt terwijl zijn broeder-of-zuster gebrek heeft en zijn binnenste voor hem-of-haar sluit, hoe kan de liefde Gods in zo iemand blijven?
18
Kinderen, laten we niet liefhebben met woorden of met de tong, maar metterdaad en in waarheid!