Instellingen

13


Dus: weest niet verbaasd,

broeders-en-zusters,
als de wereld u haat;

14


wij weten dat we zijn overgegaan

uit de dood in het leven,-
omdat we de broeders-en-zusters liefhebben;
wie die niet liefheeft, blijft in de dood;

15


ieder die zijn broeder-of-zuster háát

is een mensenmoorder,
en ge weet dat elke mensenmoorder
geen eeuwig leven heeft
dat in hem blijft.

16


Hieraan hebben wij de liefde leren kennen,

dat hij voor ons lijf-en-ziel heeft ingezet;
ook wíj moeten
voor onze broeders-en-zusters
lijf-en-ziel inzetten;

17


wie in de wereld z’n bezit heeft

en toekijkt terwijl zijn broeder-of-zuster
gebrek heeft
en zijn binnenste voor hem-of-haar sluit,
hoe kan de liefde Gods in zo iemand blijven?

18


Kinderen,

laten we niet liefhebben met woorden
of met de tong,
maar metterdaad en in waarheid!