Instellingen

11


En ik zag de hemel geopend,

en zie,
een wit paard,
en die daarop zit wordt genoemd
getrouw en waarachtig,
en in gerechtigheid richt hij en strijdt hij.

12


Zijn ogen zijn als een vuurvlam,

en op zijn hoofd heeft hij vele diademen,
met een naam erop geschreven
die niemand weet dan hijzelf.

13


En hij is gekleed

in een gewaad gedompeld in bloed,
en zijn naam wordt genoemd
‘het woord van God’.

14


En de legers in de hemel

volgen hem op witte paarden,
bekleed met wit, rein, fijn linnen.

15


En uit zijn mond komt een scherp zwaard

om daarmee de volkeren te slaan.
Zelf zal hij hen weiden
met een ijzeren scepter,
en zelf treedt hij de perskuip van de wijn
van de hartstocht van de toorn van God,
de albeheerser.

16


En hij heeft op zijn gewaad

en op zijn dij een naam geschreven:
‘Koning der koningen en Heer der heren’.