Als de Asjdodieten de volgende morgen hun schouders rechten, ziedaar Dagon, op zijn aanschijn ter aarde gevallen, voor het aanschijn van de ark van de Ene; ze nemen Dagon op en laten hem terugkeren op zijn standplaats.
4
Als ze in de ochtend van de volgende morgen hun schouders rechten, ziedaar Dagon, op zijn aanschijn ter aarde gevallen voor het aanschijn van de ark van de Ene; en het hoofd van Dagon en de twee palmen van zijn handen afgehakt op de drempel; alleen Dagon zelf is nog overgebleven op zijn plek.