In gesprek met de vertaler van de Naardense BijbelPieter Oussoren

  1. Wat maakt de Naardense Bijbel anders?
    Wat maakt de Naardense Bijbel bijzonder, bijvoorbeeld in vergelijking met de Nederlandse Bijbel Vertaling die de ‘standaard’  is in de Nederlandse kerken?
  2. Bijbelhebreeuws: een lijflijke taal
    De vertaling in de Naardense Bijbel geeft het Hebreeuwse en Griekse origineel zo letterlijk mogelijk weer. Wat dan opvalt is de lijfelijkheid van het idioom.
  3. Goddelozen?
    In de Naardense Bijbel komen geen goddelozen meer voor. Staan ze ook niet in het Hebreeuwse en Griekse origineel
  4. Godsnaam
    God wordt in de Naardense Bijbel aangeduid en aangesproken als de ENE. Is dat de meest adequate vertaling van het Hebreeuwse JHWH? Hoe ben je tot die vertaling gekomen?
  5. Israël, volk en gemeente
    In de Naardense Bijbel wordt gesproken over gemeenschap en gemeente als het gaat om de kinderen Israëls, en over de volken als het gaat over wat in veel andere vertalingen de ‘heidenen’ worden genoemd. Hoe zit dat?
  6. Naarden
    Waarom heet je vertaling ‘Naardense Bijbel’? Maak je gebruik van een Naardens dialect?
  7. Tegenwoordige tijd
    In jouw vertaling wordt, als het gaat om het zogenaamde Hebreeuwse imperfectum en de Griekse aoristus, consequent de tegenwoordige tijd gebruikt. Waarom?
  8. Tekstbeeld
    De zinnen in de Naardense Bijbel worden soms op onverwachte plaatsen afgebroken en gaan op een volgende regel verder. Waarom is dat? De tekst gaat zo op poëzie lijken. In ieder geval iets om voor te dragen. Is dat ook zo bedoeld? Is de Bijbel poëzie? Is de Naardense Bijbel vooral een voorleesboek?