22:2 | Midden op haar plein en aan weerszijden van de rivier staat geboomte van leven, twaalfmaal vruchtdragend, iedere maand zijn vrucht gevend; en de bladeren van het geboomte zijn tot genezing van de volkeren.
| |
22:3 | Er zal geen enkele vervloeking meer zijn. De troon van God en van het lam zal in haar zijn, en zijn dienaren zullen hem vereren;
| |
22:4 | zij zullen zijn aanschijn zien, en zijn naam zal op hun voorhoofden zijn.
| |
22:5 | Nacht zal er niet meer zijn, en zij hebben licht van de luchter en licht van de zon niet nodig: de Heer God zal over hen lichten en zij zullen als koningen heersen tot in de eeuwen der eeuwen.
| |
22:6 | En hij zei tot mij: deze woorden zijn betrouwbaar en waarachtig; de Heer, de God van de Geesten van de profeten heeft zijn engel gezonden om zijn dienaren te tonen ‘wat spoedig moet geschieden’ (Dan. 2,28);
| |
22:7 | en zie, ik kom spoedig!- zalig hij die de woorden van de profetie van dit boek onderhoudt!
| |
22:8 | En ik, Johannes, ben het die deze dingen hoort en ziet. En als ik hoor en zie, val ik in hulde neer vóór de voeten van de engel die mij deze dingen toont.
| |
22:9 | En hij zegt tot mij: zie toe dat je dat niet doet!- ik ben een mededienaar van jou, en van jouw broeders, de profeten, en van hen die de woorden van dit boek bewaren; breng hulde aan God!
| |
22:10 | En hij zegt tot mij: verzegel de woorden van de profetie van dit boek níet, want het tijdstip is nabij;
| |
22:11 | wie onrecht doet, laat hij nog meer onrecht doen, en wie vuil is, laat hij nog vuiler worden, en de rechtvaardige, laat hij nog meer rechtvaardigheid doen, en laat de heilige nog heiliger worden;
| |
22:12 | zie, ik kom spoedig, en mijn loon heb ik bij mij om een ieder terug te geven naar zijn werk;
| |
22:13 | ik ben de alfa en de omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde;
| |
22:14 | zalig zij die hun gewaden wassen, opdat zij macht hebben over het geboomte des levens en door de poorten de stad binnenkomen;
| |
22:15 | buiten zijn de honden, de tovenaars en de hoereerders, de moordenaars en de afgodendienaars, en een ieder die leugen liefheeft en doet;
| |
22:16 | ik, Jezus, heb mijn engel gezonden om u deze dingen te betuigen voor de vergaderingen; ik ben de wortel en de nakomeling van David, de stralende morgenster!
| |
22:17 | En de Geest en de bruid zeggen: kom! En wie het hoort, laat hij zeggen: kom! En wie dorst heeft: laat hij komen; wie wil, laat hij het levenswater nemen om niet.
| |
22:18 | Ik betuig aan ieder die de woorden van de profetie van dit boek hoort: als iemand hieraan toevoegt, God zal hem toevoegen de slagen die in dit boek beschreven staan.
| |
22:19 | En indien iemand afneemt van de woorden van het boek van deze profetie, God zal zijn deel afnemen van het geboomte van het leven en van de heilige stad, die beschreven staan in dit boek.
| |
22:20 | Hij die dit betuigt zegt: ja, ik kom spoedig! Amen, kom Heer Jezus!
| |