Instellingen

31


Terach neemt Abram, zijn zoon, mee,

met Lot, zoon van Haran,
   dus een kleinzoon van hem,

en Sarai, zijn schoondochter,
de vrouw van zijn zoon Abram;
en zij trekken met elkaar weg
   uit Oer Kasdiem

om te gaan naar het land van Kanaän;
ze komen tot Charan en zetelen daar.

32


De dagen van Terach worden

vijf jaren en een dubbelhonderd jaar;
dan sterft Terach, in Charan.
••