Instellingen

31


De geestesstorm
   is opgebroken van bij de Ene,

en voert kwakkels mee
van de zee
en gooit ze over de legerplaats,
   bijna een dagreis ver híerheen

en bijna een dagreis ver dáárheen
rondom de legerplaats;
en zo’n dubbel-el dik
   over het aanschijn van het land.

32


Nu staat de gemeente op:

heel die dag, heel de nacht
   en heel de volgende dag

verzamelen ze de kwakkels,-
wie het minste had
verzamelde al tien mudden;
ze spreiden ze uitgebreid uit
rondom de legerplaats.

33


Terwijl het vlees nog

tussen hun tanden zit,
   nog niet eens fijngekauwd,

ontsteekt de woede van de Ene
   tegen de gemeente

en slaat de Ene de gemeente
met een zeer geweldige slag.

34


Hij roept als naam uit voor dat oord:
   Kivrot Hataäva,-
   graven van de gulzigheid;

want daar hebben ze begraven
de gemeente van de gulzigaards!

35


Van Kivrot Hataäva zijn ze opgebroken,
   de gemeente, naar Chatserot;

dan zijn ze in Chatserot.