Instellingen

31


daarom zeg ik u:

elke zonde en lastering
zal de mensen worden vergeven,
maar een lastering van de Geest
zal niet worden vergeven;

32


en al wie een woord zegt

ten nadele van de mensenzoon,
het zal hem worden vergeven;
maar al wie er een zegt ten nadele van
de heilige geestesadem
dat zal hem niet vergeven worden,
niet in deze wereldtijd
en niet in de toekomstige!-

33


óf ge verklaart de boom goed

én zijn vrucht goed,
óf ge verklaart de boom rot
én zijn vrucht rot;
want aan de vrucht kent men de boom!-

34


adderenbroedsels, hoe zijt ge bij machte

goede dingen te spreken
terwijl ge boosaardig zijt?-
want waar het hart overvol van is
dat spreekt de mond uit;

35


de mens die goed is

werpt uit de schatkamer van het goede
goede dingen naar buiten,
en de mens die boosaardig is
werpt uit de schatkamer van het boze
boze dingen naar buiten;

36


maar ik zeg u,

elk niet werkzaam praatje
dat de mensen spreken,
daarover zullen ze een woord
moeten teruggeven
op de dag des oordeels;

37


want op grond van je woorden

zul je worden gerechtvaardigd,
en op grond van je woorden
zul je in je nadeel worden veroordeeld!

38


Dán

geven sommigen van de
schriftgeleerden en Farizeeërs hem hun oordeel
en zeggen: leermeester, wij willen wel
een teken van u zien!

39


Maar als zijn oordeel zegt hij tot hen:

een boosaardige en overspelige generatie
verzoekt om een teken,
en haar zal geen ander teken worden gegeven
dan het teken van Jona de profeet;

40


want zoals ‘Jona

drie dagen en drie nachten
in de schoot van het zeemonster
is geweest’ (Jon. 2,1),
zó zal de mensenzoon
drie dagen en drie nachten zijn
in het hart van de aarde;

41


Ninevitische mannen

zullen in het oordeel
naast deze generatie opstaan
en haar veroordelen,-
omdat zij op de prediking van Jona
zich hebben bekeerd,
en zie, meer dan Jona is hier!-

42


een koningin van het zuiden

zal in het oordeel
naast deze generatie worden opgewekt
en haar veroordelen,-
omdat zij uit de verste streken
van de aarde is gekomen
om Salomo’s wijsheid te horen,
en zie, meer dan Salomo is hier!-

43


maar wanneer de onreine geest

uit de mens komt, gaat hij
door plaatsen zonder water
om rust te zoeken, en vindt die niet;

44


dán

zegt hij: ik zal terugkeren
naar mijn huis
waar ik uit gekomen ben!
en bij zijn komst vindt hij het
leeg, aangeveegd en opgesierd;

45


dán

gaat hij heen en neemt met zich mee
zeven andere geesten,
bozer dan hijzelf;
die komen binnen en houden daar huis,
en het laatste van die mens
wordt erger dan het eerste;
zo zal het ook zijn
voor deze boosaardige generatie!

46


Terwijl hij nog tot de scharen sprak,

zie: zijn moeder en zijn broers
bleken buiten te staan en
zochten hem te spreken.

47


Iemand zegt tot hem:

zie, uw moeder en uw broers staan
buiten en zoeken u te spreken!

48


Maar als zijn oordeel zegt hij

tot wie hem dat zegt:
wie is mijn moeder
en wie zijn mijn broers?-

49


en hij strekt zijn hand uit

naar zijn leerlingen en zegt:
ziehier mijn moeder
en mijn broeders!-

50


want al wie de wil doet

van mijn Vader in de hemelen
die is mijn broeder en zuster
en moeder!