Instellingen

38


Maar hij brengt uit: ik geloof, Heer,-

en buigt zich voor hem neer.

39


Jezus zegt:

voor onderscheid-en-oordeel
ben ík in deze wereld gekomen,
zodat die niet kunnen kijken, gaan kijken
en die kijken blinden worden!

40


Deze dingen horen uit de Farizeeërs

diegenen die met hem zijn,
en zij zeggen tot hem:
zijn ook wij blinden?- nee toch!

41


Jezus zegt tot hen:

wás u maar blind,
dan zoudt ge geen zonde hebben!,
maar nu ge zegt ‘wij kunnen kijken’
is uw zonde iets blijvends!