Instellingen

31


hem heeft God verhoogd

tot leidsman en tot redder,
aan zijn rechterhand,
om aan Israël omkeer te geven
en vergeving van zonden;

32


van deze dingen zijn wíj getuigen

samen met de heilige geest
die God gegeven heeft
aan wie gehoorzaam zijn aan hem!

33


Maar toen ze dit te horen kregen

waren ze diep gekwetst
en hebben ze hen willen ombrengen.

34


Maar er staat iemand in het sanhedrin op:

een Farizeeër met de naam Gamaliël,
en wetsleraar, in ere bij heel de gemeenschap;
hij beveelt
om de mensen even naar buiten te doen,

35


en zegt tot hen: mannen Israëlieten,

houdt uzelf voor inzake deze mensen
hoe u nu gaat handelen!-

36


want vóór deze dagen stond Teudas op

die van zichzelf zei dat hij iemand was
en een getal van zo’n vierhonderd mannen
vormde zijn aanhang;
hij werd uit de weg geruimd
en die hem gehoorzaam waren
losten op en werden tot niets;

37


na hem stond Judas de Galileeër op,-

in de dagen van de opschrijving,
en deed achter zich
een gemeenschap opstaan;
ook híj ging te gronde,
en die hem gehoorzaamden,
die allen zijn uiteengestrooid;

38


en daarom zeg ik voor nu:

houdt afstand van deze mensen
en láát ze!,
omdat, als het uit ménsen is,
dit willen of dit werken, het op zal lossen;

39


maar als het uit Gód is

zult ge niet bij machte zijn hen op te lossen,-
of ge zult u ook bevinden in strijd met God!
Ze laten zich door hem overreden.

40


Ze roepen de apostelen tot zich;

ze laten hen geselen, kondigen af
dat ze niet meer mogen spreken
over de naam van Jezus
en laten hen los.

41


Dus zijn zij verheugd vertrokken

van voor het aanschijn van het sanhedrin,
omdat ze waardig geacht werden
onteerd te worden ter wille van de naam.

42


En alle dag hebben zij

in het heiligdom en aan huis
zonder ophouden onderricht
en Jezus als de Gezalfde verkondigd!