van deze dingen zijn wíj getuigen samen met de heilige geest die God gegeven heeft aan wie gehoorzaam zijn aan hem!
33
Maar toen ze dit te horen kregen waren ze diep gekwetst en hebben ze hen willen ombrengen.
34
Maar er staat iemand in het sanhedrin op: een Farizeeër met de naam Gamaliël, en wetsleraar, in ere bij heel de gemeenschap; hij beveelt om de mensen even naar buiten te doen,
35
en zegt tot hen: mannen Israëlieten, houdt uzelf voor inzake deze mensen hoe u nu gaat handelen!-
36
want vóór deze dagen stond Teudas op die van zichzelf zei dat hij iemand was en een getal van zo’n vierhonderd mannen vormde zijn aanhang; hij werd uit de weg geruimd en die hem gehoorzaam waren losten op en werden tot niets;
37
na hem stond Judas de Galileeër op,- in de dagen van de opschrijving, en deed achter zich een gemeenschap opstaan; ook híj ging te gronde, en die hem gehoorzaamden, die allen zijn uiteengestrooid;
38
en daarom zeg ik voor nu: houdt afstand van deze mensen en láát ze!, omdat, als het uit ménsen is, dit willen of dit werken, het op zal lossen;
39
maar als het uit Gód is zult ge niet bij machte zijn hen op te lossen,- of ge zult u ook bevinden in strijd met God! Ze laten zich door hem overreden.
40
Ze roepen de apostelen tot zich; ze laten hen geselen, kondigen af dat ze niet meer mogen spreken over de naam van Jezus en laten hen los.
41
Dus zijn zij verheugd vertrokken van voor het aanschijn van het sanhedrin, omdat ze waardig geacht werden onteerd te worden ter wille van de naam.
42
En alle dag hebben zij in het heiligdom en aan huis zonder ophouden onderricht en Jezus als de Gezalfde verkondigd!