Zeggen zul jij dan voor het aanschijn van de Ene, je God: weggedaan uit het huis heb ik het heilige; ook heb ik het gegeven aan de Leviet, de zwerver-te-gast, de wees en de weduwe, geheel naar uw gebod dat ge mij hebt geboden; geen van uw geboden heb ik overtreden of vergeten;
|