Instellingen

6


Salomo zegt:

gij, gij hebt uw dienaar David, mijn vader,
   grote vriendschap bewezen,

evenals hij voor uw aanschijn is voortgegaan
   in trouw, gerechtigheid
   en oprechtheid van hart
   jegens u;

gij hebt met hem
deze grote vriendschap bewaard
en hem een zoon gegeven
   die zetelt op zijn troon,
   zoals het heden ten dage is;