Instellingen

1


Het woord dat aanschouwd heeft:

Jesaja, zoon van Amots,-
over Juda en Jeruzalem.

2


Geschieden zal het later in de dagen:

wélgegrond zal wezen
   de berg met het huis van de Ene
   als het hoofd van de bergen;

verheffen zal hij zich boven de heuvels,
en toestromen zullen tot hem alle volkeren;

3


gaan zullen

gemeenschappen vele
en zeggen zullen ze: gaat mee,
   klimmen wij op
   naar de berg van de Ene,

naar het huis van de God van Jakob;
dat hij ons zal onderrichten
   aangaande zijn wegen

en wij zullen gaan over zijn paden!-
want van Sion zal het onderricht uitgaan,
het spreken van de Ene uit Jeruzalem.

4


Richten zal hij tussen de volkeren,

vonnis vellen voor gemeenschappen vele;
smeden zullen ze hun zwaarden
   tot ploegscharen,

hun speren tot snoeimessen;
niet meer opheffen zal
   volk tegen volk een zwaard,

ze zullen de oorlog niet langer leren.

5


Huis van Jakob,-

gaat mee, laten we voortgaan
   in het licht van de Ene!