Want zó heeft de Ene tot mij gezegd: zoals de leeuw gromt, de welp over zijn prooi, tegen hem een volheid van herders wordt samengeroepen, hij voor hun stemgeluid niet terugschrikt en voor hun getier niet zwicht,- zó zal afdalen de Ene, de Omschaarde, om zijn strijdschaar in te zetten op de berg van Sion, en op haar heuveltop.
|